Inleiding
In dit dossier worden de belangrijkste wetten genoemd waar een monumentenambtenaar mee te maken heeft, zowel voor de bescherming van monumenten als voor archeologie en gebiedsgerichte bescherming van cultuurhistorische waarden.
De bescherming van monumenten en van beschermde stads- en dorpsgezichten is geregeld in de Erfgoedwet (voorheen: Monumentenwet 1988). In deze wet is ook de Wet Archeologische Monumentenzorg opgenomen. Daarin wordt bepaald dat de archeologische waarde in de grond moeten worden meegewogen bij het opstellen van een bestemmingsplan. Gemeenten zijn op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht om bestemmingsplannen op te stellen en deze elke 10 jaar te herzien. In het bestemmingsplan wordt het toegestane ruimtelijk gebruik vastgelegd, de toegestane bouwmassa’s en andere ruimtelijk relevante zaken. Sinds 2012, na de aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), moet de gemeente in het bestemmingsplan ook cultuurhistorische waarden boven de grond meewegen.
Wie gaat verbouwen heeft ook te maken met de Woningwet. In de Woningwet is bepaald dat gemeente een welstandsbeleid moet maken. Daarnaast maakt het bouwbesluit onderdeel uit van deze wet. In het bouwbesluit zijn de technische regels opgenomen waar een bouwwerk aan moet voldoen. Een groot aantal regels voor bouwgerelateerde vergunningen, waaronder ook het wijzigingen van monumenten, is sinds 2010 samengebracht in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (de WABO). In deze vergunning, de omgevingsvergunning, worden de verschillende vergunningprocedures gecoördineerd. De verschillende ruimtelijke wetten en regels die het Rijk, Provincie en Gemeenten hanteren, zullen in de toekomst samengebracht worden in één nieuwe wet, de Omgevingswet. Het overgrote deel van alle bovengenoemde wetten zal daar ook in opgenomen gaan worden. Om bouwprocedures van grote projecten nu al te versnellen is de Crisis- en herstelwet tijdelijk ingevoerd. Door deze wet in de toekomst op te nemen in de Omgevingswet zal deze wet uiteindelijk permanent worden.
Wie een pand wil verhuren krijgt te maken met het Besluit huurprijzen woonruimte. In deze regeling is bepaald wat de maximale huurgrens is voor woningen in beschermde stads- en dorpsgezichten en monumenten.
Inhoud
Bouwbesluit
(Bron rijksoverheid.nl)
De opdrachtgever van een bouwproject is verantwoordelijk dat de bouwwerkzaamheden goed en veilig worden uitgevoerd. Het is raadzaam om de hulp van een deskundige in te schakelen om samen te bekijken of het plan voldoet aan het Bouwbesluit 2012. De gemeente toetst of bouwplannen voldoen aan het Bouwbesluit tijdens de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Vanaf 1 januari 2013 gelden de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 voor de berekening van de milieuprestatie van gebouwen, welke bij de aanvraag moet worden gevoegd.
Op 1 maart 2013 treedt het besluit tot wijziging van Bouwbesluit 2012 in werking. Dit wijzigingsbesluit is op 28 februari 2013 gepubliceerd in Staatsblad 2013 nr. 75. Ook de Regeling Bouwbesluit 2012 is gewijzigd en op 28 februari 2013 gepubliceerd in de Staatscourant 2013, nr. 5457. Het wijzigingsbesluit bevat ook een wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor) waarmee de welstandseisen via een ‘kan’-bepaling zijn versoepeld. Hierdoor kan de gemeente advies vragen aan de welstandscommissie bij een aanvraag voor bouwen, maar ze hoeft dat niet te doen.
Het bouwbesluit heeft geleid tot een vermindering van de regeldruk bij verbouwen of herbestemmen van bestaande bouw. In het nieuwe bouwbesluit is bepaald dat verbouw of herbestemming in de meeste gevallen kan worden getoetst aan de eisen voor bestaande bouw en dus niet langer aan de eisen voor nieuwbouw.
Onveranderd gebleven is dat voor monumenten uitzonderingen mogelijk zijn. Wanneer de monumentale waarden door de gestelde eisen voor het niveau nieuwbouw aangetast zouden moeten worden, kan de gemeente besluiten om te volstaan met de minimale eisen voor bestaande bouw.
Verder lezen
> informatie bouwbesluit op www.rijksoverheid.nl
Besluit huurprijzen woonruimte
(Bronnen huurwoningen.nl en aedes.nl)
Het woningwaarderingsstelsel (WWS), ook wel bekend als puntensysteem, is een systeem dat wordt gebruikt om een redelijke huurprijs vast te stellen voor een woning. Het WWS wordt ook gebruikt door verhuurders om, ook bij bestaande huurcontracten, te berekenen welke (maximale) huur ze kunnen vragen aan de huurder. Het systeem berekent de punten op basis van het woonoppervlakte en de aanwezige voorzieningen. Er zijn verschillende stelsels voor zelfstandige en onzelfstandige woningen. Een zelfstandige woning kan bijvoorbeeld extra punten krijgen als de woning is gelegen in een mooie buurt of omgeving. De puntentelling is geregistreerd in Bijlage I van het Besluit huurprijzen woningen.
Beschermde monumentale woningen krijgen per 1 juli 2013 50 punten extra in het woningwaarderingsstelsel. Ook stijgt de maximale huurgrens met 15 procent voor woningen in beschermde stads- en dorpsgezichten van vóór 1945. Verhuurders mogen dus een hogere huur voor deze woningen vragen.
Verder lezen
> Besluit huurprijzen woonruimte op wetten.nl
> Huurprijzen van monumenten en panden in beschermde gezichten (in FGM Kennisbank)
Wet op de Ruimtelijke Ordening
Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
(Bron rce.nl)
Met ingang van 1 januari 2012 is het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Het voorstel tot wijziging is een uitvloeisel van de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (MoMo) uit 2009. De wijziging houdt in dat bij het opstellen van een bestemmingsplan de gemeente in de toelichting een beschrijving geeft van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Daarmee wordt het nodig dat gemeenten de cultuurhistorische waarden voorafgaand aan het opstellen van een bestemmingsplan inventariseren.
Verder lezen
Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro)
>Besluit ruimtelijke ordening (wetten.nl)
> Algemene regels ruimtelijke ordening (wetten.nl)
> Meer informatie Bro (RCE)
Crisis- en herstelwet
(Bron rijksoverheid.nl)
Voordat de economische crisis begon, waren er al bouwprojecten gepland. Om er voor te zorgen dat bouwbedrijven voldoende werk houden, zijn deze projecten naar voren gehaald met de Crisis- en herstelwet (Chw). De wet stimuleert ook om vernieuwende en duurzame projecten uit te voeren. De Chw gaat uiteindelijk op in de Omgevingswet. Vooruitlopend hierop worden enkele aanpassingen in het voorjaar van 2014 al ingevoerd. Dit betreft de verruiming van mogelijkheden voor tijdelijk gebruik en een verruiming van de kruimelregeling voor het in gebruik nemen van bestaande panden binnen de bebouwde kom.
Verder lezen:
> Crisis- en herstelwet op wetten.nl
> Info crisis- en herstelwet op rijksoverheid.nl
Erfgoedwet
Op 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. In deze belangrijke wet voor de erfgoedsector zijn meerdere wetten uit de erfgoedsector samengevoegd. Onder meer is de Monumentenwet 1988 grotendeels overgegaan in de Erfgoedwet. In de Erfgoedwet wordt onder ander geregeld hoe monumenten aangewezen kunnen worden als beschermd monument. De wet regelt ook zaken ten aanzien van de bescherming van gebouwen en objecten, stads- en dorpsgezichten, archeologische waarden en het uitvoeren van archeologisch onderzoek.
Binnenkort volgt een korte samenvatting van de betekenis van de wet voor de monumentenzorg op deze site.
Verder lezen
> erfgoedwet op wetten.nl
> FGM Kennisdossier aanwijzen monumenten
Omgevingswet
De Tweede Kamer heeft op 1 juli 2015 met een ruime meerderheid ingestemd met de Omgevingswet.
De invoering van deze wet heeft grote gevolgen voor de wijze waarop de ruimtelijke ordening en erfgoedzorg in Nederland geregeld gaat worden. Voor inhoudelijke informatie zie de pagina omgevingswet.
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO)
(Bron rijksoverheid.nl)
Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Een groot aantal regels voor activiteiten zoals bouwen en het wijzigingen van monumenten is samengebracht in deze wet. In één vergunning, de omgevingsvergunning, worden de verschillende vergunningprocedures gecoördineerd. Dit is een belangrijke stap om de regeldruk voor bedrijven en burgers te verminderen. Met de Wabo is een geautomatiseerd systeem ontwikkeld voor het aanvragen en behandelen van een omgevingsvergunning.
Verder lezen
> WABO (wetten.nl)
> VNG dossier WABO/Omgevingsvergunning
Wet Archeologische Monumentenzorg
(Bron RCE)
Op 1 september 2007 is de Wet archeologische monumentenzorg in werking getreden. Deze wet is onderdeel geworden van de Erfgoedwet. Voor archeologische waarden geldt per 1 september 2007 de wettelijke verplichting om bij vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten monumenten (art. 38a).
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de Handreiking voor de gemeentelijke archeologische monumentenzorg, ‘Verder met Valletta’, opgesteld met daarin ook een model erfgoedverordening en een voorbeeldbeleidsplan.
Woningwet
De woningwet is ingevoerd in 1901 met als doel de bewoning van slechte woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen. De wet stelt daarom bouwtechnische eisen aan alle bouwwerken. Ook is in de woningwet een stelsel opgenomen voor bouwvergunningen. Verder verplicht de woningwet gemeente ondermeer een welstandsnota op te stellen. Daarin moet voor ieder gebied dat een gemeente ‘welstandsgevoelig’ vindt zo concreet mogelijk aangegeven zijn wat de welstandseisen zijn. De woningwet vormt de kern van de bouwregelgeving en dan met name de bouwparagraaf van deze wet. Het bouwbesluit waarin alle technische, brand- en veiligheidseisen aan nieuwbouw en oudbouw worden gesteld, vloeit uit de woningwet voort.
Verder lezen
> Woningwet op wetten.nl
Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)
De Wet VTH is 14 april 2016 in werking getreden. het is een wijziging van de Wabo (Stb.2015, 521).
Al in 2009 hebben VNG, IPO en het Rijk afspraken gemaakt om de kwaliteit van de uitvoering van de vergunningverlening, en van toezicht en handhaving te verbeteren en deze in een wet te verankeren. Als eerste kwamen hier de RUD’s uit voort, de Regionale Uitvoeringsdiensten, veelal Omgevingsdienst genoemd. Beoogd wordt via de RUD versnippering van kennis te voorkomen en de informatie-uitwisseling tussen OM, politie en bevoegd gezag te verbeteren. Deze zaken zijn met name van belang voor de milieutaken. Voor andere taken zijn kwaliteitscriteria opgesteld waar gemeenten aan moeten voldoen. Ook rondom de erfgoedtaken ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving worden eisen gesteld. Concreet betekent dit voor de vereiste erfgoedfuncties dat de opleidingseisen, benodigde jaren van ervaring en aanvullende vereiste kennis exact worden voorgeschreven.
Verder lezen
>wetten.nl
Overige wetten
Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG)
Door een aanpassing van de wet plattelandswoningen sinds 1 januari 2013 is het mogelijk om elk gebouw op het erf van een boerderij aangewezen wordt als plattelandswoning. Door dit als planologische bestemming op te nemen in het bestemmingsplan kan de gemeente de rechten van de nieuwe woner beperken. De bewoner kan dan niet langer klagen over stank en geluidsoverlast. De tweede woning op het erf hoeft niet langer gerelateerd te zijn aan het boerenbedrijf. Op deze manier wordt het eenvoudiger om cultuurhistorisch waardevolle bebouwing op boerenerven een tweede leven te geven.
Conceptwetten
De conceptwet Kwaliteitsborging bouwen
Met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wil het rijk de verantwoordelijkheid voor het bouwen en dus ook voor de kwaliteit daarvan leggen bij de eigenaar, ontwerper en bouwer. Op grond van deze wet komt de toets aan het Bouwbesluit door de gemeente te vervallen. Wanneer de verantwoordelijkheid bij de particulier komt te liggen, zal hij kennis moeten hebben om zelf het plan bouwtechnisch te toetsen aan de eisen en normen of dit door een derde laten doen. De gemeente kijkt voortaan alleen nog maar naar de planologische en esthetische kwaliteit en naar veiligheid. Gaat het om monumenten dan ligt de zaak genuanceerder. De vergunning voor bouwen en alle andere onder de Wabo benodigde toestemmingen op zich blijven bestaan. Wanneer er meerdere soorten toestemming voor werkzaamheden nodig zijn, is vroegtijdige afstemming – zeker bij monumenten of bij verbouw op complexe locaties – wenselijk en noodzakelijk. De gemeente kan nog steeds vóóraf informatie vragen (4:2 Awb en Mor). Dit kan ook zinvol zijn in relatie tot buurpanden (omgevingsveiligheid).
Ook als de werkzaamheden voldoen aan het Bouwbesluit mag de gemeente toch technische informatie vragen. Dit doet de gemeente dan bij het indienen van de aanvraag. Dit betekent dat de gemeente op dat moment alert moet zijn welke gegevens nog nodig zijn. Omdat de gemeente niet meer technisch toetst, zal de aandacht van de gemeente bij monumenten sterker gericht zijn op de toets ‘wijzigen monument’. De eigenaar zal goed geïnformeerd moeten zijn over de vergunningsplicht voor het monument. Voldoen aan het Bouwbesluit is geen garantie voor toestemming, dus het is in het belang van de eigenaar zelf vroeg te overleggen met de gemeente. Gemeenten blijven kennis nodig hebben over het Bouwbesluit. Immers, het is toegestaan bij monumenten om af te wijken van de bouwvoorschriften (Bouwbesluit, art 1.13). Wanneer aanvragers willen overtuigen op grond van het Bouwbesluit, moet de gemeente toch een afweging blijven maken t.b.v. het monumentenbelang. Behoud van kennis over het Bouwbesluit bij de gemeente blijft ook noodzakelijk met het oog op toezicht tijdens de bouw. Bestemmingsplan en welstand: De toets aan het bestemmingsplan blijft onderdeel van de omgevingsvergunning. De gemeente blijft voorts toezien op het naleven van welstandsvoorschriften.
Samengevat: Ook met deze nieuwe wet gaat de monumenten’vergunning’ voor op het Bouwbesluit. Dat wil zeggen dat wanneer het wijzigen van een monument niet kan worden toegestaan, de ingreep niet mag worden uitgevoerd, ook al voldoen de werkzaamheden aan het Bouwbesluit. Voor het wijzigen van een monument blijft dus eerst toestemming nodig. Dit betekent dat te bepalen moet zijn wat de monumentale delen zijn om vervolgens te kunnen bepalen wat kan worden verbouwd. Deze gegevens vallen onder het domein ‘Bouwen’ en voor zover niet aanwezig kan het bevoegd gezag volgens 4:2 Awb alle voor het besluit benodigde informatie opvragen. In een overgangsperiode van minimaal drie jaar mag een bouwpartij kiezen voor private kwaliteitsborging of het huidige toezicht door de gemeente.
Bron: Instituut voor Bouwkwaliteit 23 oktober 2015-09
Meer lezen?
Klik dan 23102015 vervolginfo 2 Wet KwBorging.
Zie ook de website van infomil.
Lees hier het dossier van de VNG.
Zie ook: www.omgevingsdienst.nl
Laatste nieuws
2 juni 2016: De Federatie Welstand en onze federatie maken zich zorgen over de onomkeerbare gevolgen die de wet kan hebben voor beschermde cultuurmonumenten. De beide federaties vragen in een brief aan de Tweede Kamer om monumenten nog niet op te nemen in de eerste fase waarbij ervaring wordt opgedaan met deze wet: lees hier de hele brief
11 juli 2017: Incidenten in de bouwwereld (zoals de flatbrand in Londen) leiden tot discussie over het wetsvoorstel. De Eerste Kamer gaat nog niet akkoord met de invoering en houdt de wet aan. De invoering wordt opnieuw uitgesteld.