De duurzame restauratie van ‘de Witte Roos’ te Delft.
“Milieu, milieu, ach man, ik kom uit een voortreffelijk milieu!” Het is de beroemde uitspraak van Loes Luca als villabewoonsters in commercial over energiebesparing uit de jaren negentig. Over energiebesparing bij monumenten bestaan ook nu nog altijd veel misvattingen. Want een monument dat de eeuwen kan doorstaan is per definitie duurzaam. Welke verbeteringen zijn dan nog wenselijk? Toch kan een ingrijpende restauratie een aanleiding zijn om de milieubelasting van het pand nog verder te beperken. Stichting de Witte Roos ging deze uitdaging aan en koos ervoor het rijksmonument aan de Oude Delft 73 zowel ingrijpend te restaureren als te vernieuwen en te verduurzamen. Het is een voorbeeld van hoe het behoud van het monument en duurzaamheid elkaar kunnen versterken. De renovatie van dit pand gaat niet alleen over energiebesparing maar ook over duurzaamheid in de allerbreedste zin van het woord. In het pand zal een informatiecentrum voor duurzaam leven gerealiseerd gaan worden. De eigenaar en initiatiefnemer van het project noemt zijn restauratieconcept ‘renoflex’. En zeker zo typerend voor zijn aanpak is zijn credo ‘beter langzaam en goed dan snel’.
Bouwhistorische ontwikkeling
De Oude Delft 73 is als een beschermd rijksmonument gerestaureerd en voorzien van nieuwe installaties en toevoegingen om de huidige opvattingen van duurzaam leven te illustreren. Om de monumentale waarde van het pand en de mogelijkheid van nieuwe ingrepen en te kunnen beoordelen, ging aan de restauratie een uitgebreid bouwhistorisch onderzoek vooraf. Uit het onderzoek blijkt dat de oudste delen van het pand dateren van na de stadsbrand van 1536, toen het afgebrande huis weer herbouwd is. In de achtertuin bevond zich een keuken waar zich waarschijnlijk een mouterij bevond. Onder het huis was een kelder om het regenwater op te vangen. Dit water kon worden gebruikt voor de productie van bier. In de eeuwen erna is het huis herhaaldelijk uitgebreid. In de zeventiende eeuw is achter de keuken is een nieuw bouwdeel toegevoegd, het achterhuis. Het voorhuis is verbreed waarbij de naastgelegen steeg werd overbouwd. In de achttiende eeuw is ter plekke van de voormalige steeg een lange gang gemaakt die het voor en het achterhuis met elkaar verbindt. Bovendien is het voorhuis toen opgehoogd en van nieuwe vensters voorzien. Ook het interieur is aangepast aan de mode van die tijd, de Lodewijk de XIVe stijl.
Uitgewoond
Het huis heeft diverse gebruikers gekend. Aan het eind van de achttiende eeuw was in het pand een bekende uitgeverij gevestigd: de Hollandsche Historische Courant, later de Delftsche Courant. Na vertrek van de laatste bewoners werd het pand eigendom van de Katholieke kerk die het gebruikte als pensionaat voor Italiaanse gastarbeiders. Daarna gebruikte de Gemeente het pand als kantoor en ‘blijf van mijn lijf-huis’. Inmiddels was het pand volledig uitgewoond. Toen Stichting de Witte Roos het pand verwierf had het pand een grote restauratieachterstand en was het ingrijpend gewijzigd. Veel oorspronkelijke monumentale onderdelen verloren gegaan, beschadigd of aan het zicht onttrokken. De ingrijpende restauratie die toen noodzakelijk was, bood de mogelijkheid om veel nieuwe duurzame technieken in het pand te toe te passen. Door de compartimentering van de ruimten blijft flexibel gebruik mogelijk. Het aanpassen van de schuifvensters heeft veel warmteverlies tegengaan en een lage temperatuursverwarming zorgt voor een aangenaam binnenklimaat. Bovendien zijn er glazen overkappingen toegevoegd om de zonne-energie actief te benutten. En ook het regenwater wordt actief hergebruikt.
Renoflex
De Oude Delft 73 ligt centraal in Delft, op loopafstand van het treinstation en in de binnenstad. Door de eeuwen heen heeft het gebouw verschillende functies gehuisvest. Het behoud van deze flexibiliteit was een belangrijke voorwaarde voor het nieuwe gebruik. In het installatieontwerp is er rekening mee gehouden dat het pand verschillende gebruikers kan huisvesten met verschillende functies. Dit heeft ingrijpende consequenties. De leidingen, installaties en het beveiligingssytsteem zijn zo aangebracht dat de bouwdelen los van elkaar kunnen blijven functioneren.
Restauratie ramen
Een ingrijpende wijziging in de voorgevel van het monument was de reconstructie van het beeld van achttiende-eeuwse schuifvensters, de zogenaamde ‘patatsnijders’ vanwege het groot aantal kleine ruitjes in het bovenlicht. In de negentiende eeuw waren deze ramen vervangen voor eenvoudige T-vensters. Inmiddels was de kwaliteit van die ramen heel slecht. Door de oorspronkelijke vensters te reconstrueren werd de architectonische samenhang tussen de gevel en de vensters weer zichtbaar. De reconstructie van de schuifvensters had als bijkomend voordeel dat ook het warmteverlies in de gevel is beperkt doordat de naadloos passende vensters nauwelijks kieren.
Lage temperatuurverwarming
In het pand is een aantal innovatieve energiebesparende maatregelen genomen. De belangrijkste energiewinst wordt bereikt door de warmte-koude opslag in de achtertuin en het toepassen van een lage temperatuur verwarmingssysteem. Dit systeem is aangebracht in de vloer en op de muren. De verwarmingselementen worden verhuld door de gereconstrueerde achttiende-eeuwse wandbespanning. Achter deze ambachtelijk geperste wandbespanning is een geraffineerd systeem van buizen aangebracht. Op die manier kunnen de grote oppervlakken warmte aan de ruimte afgeven zonder dat er grote temperatuursverschillen ontstaan. Daardoor blijft het warmteverlies beperkt.
Zonne-energie
De meest zichtbare moderne toevoegingen aan het pand zijn de glazen overkappingen van de binnenplaats en de serre aan de achterzijde. De binnenplaats naast de keuken, van oorsprong een buitenruimte, is overdekt met een glazen dak. Ook aan de achtergevel is een grote serre toegevoegd. De glazen overkappingen creëren een bufferzone tussen buiten en binnen. Daardoor verliezen de gevels minder warmte. Bovendien wordt de serre gebruikt om de door de zon verwarmde lucht op te vangen om daarmee de aanliggende ruimtes te ventileren. In het glazen dak van de serre aan de achtergevel zijn ook nog eens photovoltaïsche zonnecellen verwerkt.
Water
Tijdens de ontwerpfase is er overwogen om grachtenwater te gebruiken om het pand te verwarmen en te koelen. Dit bleek geen haalbaar idee. Wel was het mogelijk om, net als vroeger, het regenwater van het dak op te vangen en op te slaan in de waterkelder bij het pand. Dit regenwater wordt nu gebruikt het toilet te spoelen, het gebouw schoon te maken en de tuin te begieten.
Praktijkexperiment
De Stichting heeft zich niet laten belemmeren door de lange terugverdientijden. In plaats daarvan zijn de duurzame aanpassingen van het monumentale pand maximaal te benut. Qua duurzaamheid scoort het pand is dan ook ongekend hoog: dankzij de maatregelen wordt er in het pand 90% minder CO2 uitgestoten als voor de restauratie. Om een dergelijk innovatief project te kunnen realiseren heeft de Stichting van diverse fondsen subsidie ontvangen. De innovatieve concepten die in het pand zijn toegepast, worden dan ook intensief gemonitord om het effect ervan op de lange duur te meten. Daarnaast is er in het pand een kleine tentoonstelling georganiseerd waarin de belangrijkste duurzame concepten in het pand zijn toegelicht.
Er moet nog wel even doorgewerkt worden voordat het hele pand opgeknapt is. Het motto ‘beter langzaam en goed dan snel’ heeft er toe geleid dat de eigenaar voorlopig nog niet klaar is. Intussen is de begane grondvloer wel zo ver hersteld dat deze gebruikt kan worden. Het werk van de Stichting, het voorlichten over duurzaam leven, kan nu van start gaan. De renovatie van het rijksmonument zelf is daar een leerzaam voorbeeld van.
Verder lezen, ga naar de Witte Roos.