Kennis van de bouw- en gebruiksgeschiedenis is een belangrijke voorwaarde voor een goede bescherming van monumenten. Bouwhistorie is een vorm van historisch onderzoek naar gebouwd erfgoed waarbij het gebouw zelf de voornaamste bron van informatie is. Door het verrichten van bouwhistorisch onderzoek en het opstellen van een cultuurhistorische waardestelling voorafgaand aan de definitieve planvorming, kunnen tegenvallers in het proces worden voorkomen en kosten worden bespaard.
Inhoud
Het ‘lezen’ van een gebouw
Aan de hand van vorm, constructie, materiaalgebruik en afwerking kan een bouwhistorisch onderzoeker de bouw- en gebruiksgeschiedenis van een gebouw, een complex of zelfs een groter gebied vaststellen. De belangrijkste bron hiervoor is het bouwwerk zelf. Een bouwhistoricus ziet aan soorten baksteen en natuursteen, aan verstoringen in metselwerk, aan vensters en deuren, vloerbalklagen en trappen, in kelders en op zolders wanneer gebouwen zijn ontstaan en wanneer verbouwingen zijn uitgevoerd. Door deze gegevens te combineren met oude kaarten en afbeeldingen, schriftelijke bronnen en bouwtekeningen, ontstaat inzicht in de bouwgeschiedenis.
Wat levert het ons op?
1. Kennis van het historische gebouwde omgeving. Deze kennis is bruikbaar in ruimtelijk beleid, onder meer ten behoeve van bestemmingsplannen (de cultuurhistorische paragraaf). Gemeenten kunnen op basis van deze kennis beter beleid opzetten. Dit voorkomt verrassingen bij vergunningaanvragen, inspraakprocedures en processen. Een belangrijk instrument dat bij het inventariseren van kennis hoort, is de bouwhistorische waardenkaart.
2. Een handvat bij de voorbereiding van restauratie en onderhoud. Door vooraf de cultuurhistorische waarden van een gebouw in kaart te brengen, ontstaat inzicht in de transformatieruimte. Een dergelijke voorbereiding levert inspiratie en een eenvoudiger proces op, zowel bij het ontwerp, beoordeling als vergunningsprocedure. Dat spaart tijd en daarmee geld. De methode van het opstellen van een waardestelling is te vinden in de richtlijnen bouwhistorisch onderzoek.
3. Borging van gegevens. Analoog aan de archeologische praktijk worden (tijdens uitvoering van de werkzaamheden) vondsten gedocumenteerd, voor het vergroten van kennis over historische gebouwen en een betere uitvoering van onderhoud en restauratie. Een uitgebreid overzicht van de methodes die de bouwhistoricus hanteert is te vinden in de Inleiding in de bouwhistorie.
Bouwhistorie in de omgevingsvergunning en in de ruimtelijke ordening
Bouwhistorisch onderzoek is van belang bij verandering van (een complex van) gebouwen. Sommige gemeenten verplichten het onderzoek bij bepaalde vergunningaanvragen. Er zijn drie varianten van bouwhistorisch onderzoek. De keuze voor een bepaalde vorm wordt in een Plan van Onderzoek vastgelegd.
- Bouwhistorische Inventarisatie: onderzoek naar structuren en bebouwing van een gebied, als onderdeel van uitgebreider onderzoek naar ruimtelijke opbouw van een gebied. Deze inventarisatie is input voor het opstellen van ruimtelijk beleid en verwachtingskaarten.
- Bouwhistorische Opname: onderzoek naar bouw en gebruiksgeschiedenis. Het onderzoek kan waardestellend zijn voor bijvoorbeeld restauraties en herbestemming.
- Bouwhistorische Ontleding: gedetailleerde documentatie van een object, wat als input voor bijvoorbeeld een verbouwing kan dienen.
De uitkomsten van bouwhistorisch onderzoek zijn van belang bij specifieke vergunningaanvragen, maar kunnen ook gebruikt worden bij het bepalen van een beleidsambitie voor cultureel erfgoed. Dit geldt met name voor de bouwhistorische inventarisatie. Sommige gemeenten hebben bouwhistorische waarden- en verwachtingskaarten met informatie over het (verwachte) belang van bebouwingsstructuren en elementen. Met behulp van een bouwhistoirsche waarden- of verwachtingskaart kunnen in geval van voorgenomen ontwikkelingen of wijzigingen in een vroeg stadium de cultuurhistorische belangen in het gebied worden meegewogen.
Het Convent van Gemeentelijke Bouwhistorici
Sinds 2013 maakt het Convent van Gemeentelijke Bouwhistorici deel uit van de Federatie Grote Monumenten Gemeenten. Voor praktische vragen over bouwhistorisch onderzoek kunt u contact opnemen met een aangesloten bouwhistoricus uit uw regio.
Verder lezen:
> Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek (Rgd)
> Publicatie ‘Bouwhistorische onderzoek werkt!’ over bouwhistorie in gemeentelijk beleid (RCE)
Links
Sinds 1991 is de Stichting Bouwhistorie Nederland actief in het stimuleren van bouwhistorisch onderzoek in brede zin. De Stichting organiseert studiedagen en brengt bouwhistorici met elkaar in contact.
In 2010 is de Bond van Nederlandse Bouwhistorici opgericht. Het belangrijkste doel van de Bond is het bieden van een waarborg voor de kwaliteit van bouwhistorisch onderzoek. In het kwaliteitsregister op de site treft u bij de Bond aangesloten bouwhistorici aan.