Taken en bevoegdheden
De taken worden in principe toegedeeld aan de gemeente. Provincies en het rijk zelf worden gedwongen terughoudend te zijn richting gemeente. Het gaat om een algehele cultuur hoe de lagen met elkaar omgaan. Weliswaar kan de provincie in enkele gevallen een instructie geven, maar de gemeente bepaalt zelf hoe zij dat invult. De bescherming van landschappen is via het Decentralisatieakkoord Natuur wel aan de provincie toegewezen.
Het omgevingsplan
De plicht om dit plan elke tien jaar te actualiseren komt te vervallen. De bevoegdheid voor het wijzigen van het omgevingsplan kan door de raad aan het college worden gedelegeerd. In het omgevingsplan zijn verschillende soorten regels opgenomen: locatieontwikkelingsregels en overige regels. Regels over het uiterlijk van de bouwwerken moeten in beleidsregels worden uitgewerkt, vast te stellen door de raad of het college.
Locatieontwikkelingsregels zijn regels die functies toedelen aan locaties, waarvan de werking door geometrische plaatsbepaling is beperkt tot die locatie. Ook het beschermen van een gemeentelijk monument gaat middels een locatieontwikkelingsactiviteit. De bescherming van een pand als gemeentelijk monument kan worden gerealiseerd door in het omgevingsplan bouwwerken de functie te geven van monument en te verbieden dat het monument zonder omgevingsvergunning gewijzigd wordt. Dit biedt de mogelijkheid om bouwkundige werkzaamheden aan deze panden vergunningplichtig te maken: Zowel voor veranderen van buiten en binnenkant als voor bouwkundig veranderen en slopen. Locatieontwikkelingsregels zijn appellabel. Er kan bij een buitenplanse omgevingsvergunning altijd van worden afgeweken. Het voorbereidingsbesluit blijft een instrument voor voorbescherming van gemeentelijke monumenten. De overige regels zijn niet appellabel, er kan alleen van worden afgeweken als de regels daar zelf in is voorzien.
Daarnaast zijn er andere mogelijkheden om cultuurhistorisch waardevolle gebouwen te beschermen. Bijvoorbeeld door het toekennen van de functie cultuurhistorisch waardevol en te verbieden de bouwwerken zonder omgevingsvergunning te slopen. Waardevolle terreinen, houtwallen, wegen en landschapselementen kunnen worden beschermd door te bepalen dat het niet mogelijk is om deze te kappen, wijzigen, verleggen of veranderen zonder omgevingsvergunning.
Maatwerk en Flexibiliteit
De wet maakt maatwerk eenvoudiger. Hiermee kan de gemeente snel inspelen op actualiteiten zoals het bestrijden van leegstand. Gebiedsgericht werken zorgt voor de nodige flexibiliteit. In het ene gebied kan een regel te streng zijn; in een ander gebied zou het juist strenger mogen. Alle belangen worden vanaf het begin integraal bekeken en afgewogen. De ‘ruimte in regels’ die de nieuwe wet biedt, verhoogt deze flexibiliteit (doelvoorschriften i.p.v. middelenvoorschriften).
Volgens de minister: “..Je moet zorgen dat het milieu en de leefomgeving een goede kwaliteit behouden of dat deze verbeterd wordt als er nog geen goede kwaliteit bereikt is …”. Economische en ruimtelijke ontwikkelingen gaan door, maar op een duurzame manier.
Welstand
De wet gaat over sturen op de hele kwaliteit van de leefomgeving en duurzame ontwikkeling, maar wie beoordeelt wat kwaliteit is? Wil je maatwerk leveren dan betekent dit per definitie dus verschillen per gemeente. De verschillen zitten echter wel binnen de kaders die de wet geeft. In de AMvB’s komen regels voor minimale kwaliteit. Het voorbeeld van cultureel erfgoed wordt genoemd. Het is ook aan de gemeente om zelf te besluiten een excessenregeling voor welstand in te stellen.
Artikel 17.9 regelt de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit. De gemeente kan er voor kiezen dat advisering verder gaat dan alleen over monumentenplannen, maar over alle plannen van enige omvang. De adviezen van de commissie, te geven in een vroeg stadium, ondersteunen, dagen uit en verleiden. Dit werkt anders uit dan een beoordeling in een latere fase waarop een negatief advies volgt.
De minister brengt ook welstand onder in de bundel van regels van het Omgevingsplan. Welstand leent zich bij uitstek voor een gebiedsgerichte aanpak. Hoe gemeenten dat doen, is van plaats tot plaats verschillend. Onze vakgenoten zullen wel alert moet blijven dat praten over welstand iets ander is dan met elkaar bezien wat een plan betekent voor de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Niet bouwen voor leegstand
Op regionaal niveau wordt de bouwbehoefte bepaald. Bouwen vindt in principe plaats binnen het stedelijk gebied. Alleen wanneer een besluit goed is gemotiveerd, kan aan een leeg weiland worden begonnen. Voordat je aan nieuwe ruimte begint, is de geest van de wet: Kijk eerst of je bestaande ruimte kunt hergebruiken. De introductie van ‘de ladder voor stedelijke verduurzaming’ moet garanderen dat zorgvuldig wordt gekeken naar het ruimtegebruik. De ladder beschrijft ‘de treden’ die systematisch dienen te worden afgewerkt. Er komt een handleiding hoe de ladder te gebruiken.
Een gemeente kan een instructie krijgen van de provincie, zoals het wegbestemmen van kantoorruimte. Vervolgens heeft de gemeente de vrijheid om te bepalen hoe zij dat doet en wat ervoor in de plaats komt. Eventuele planschadekosten komen voor rekening van de provincie.
Cultureel erfgoed
Gemeenten zijn verplicht rekening te houden met cultureel erfgoed. Dit betekent dat gemeenten het aanwezige erfgoed moeten inventariseren en waar nodig beschermen via het omgevingsplan (art. 2.28). Deze instructieregels komen tegemoet aan de Verdragen van Granada en Valletta. Het is aan de gemeente om nader te bepalen hoe zij hier invulling aangeeft. Zo blijft een vergunningplicht voor slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen in het omgevingsplanmogelijk.
Beschermd stads- of dorpsgezicht
De aanwijzing volgens nu nog de Monumentenwet wordt vervangen door het geven van een instructie (art. 2.34). Voorafgaand aan het geven van de instructie vindt er overleg plaats met de gemeente, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Het bestuurlijke overleg wordt bij AMvB geregeld.
Hier zijn vergunningsvrije activiteiten aan een zwaarder regime onderworpen.
Vergunningvrij
Het aan- of uitbouwen of het plaatsen van bijgebouwen wordt eenvoudiger. De reguliere vergunningprocedure is hier visueel in kaart gebracht.
Handhaving
Als de beoogde kwaliteit van de leefomgeving dreigt niet te worden gehaald, kan handhavend worden opgetreden.
Experimenten
De wet biedt ook mogelijkheden voor experimenten. Vernieuwingen kunnen na succes leiden tot aanpassing van de regelgeving.
Adviescommissie
De gemeente stelt een adviescommissie in (art. 17.9), die primair adviseert over een rijksmonumentenactiviteit. Tenminste enkele leden zijn deskundig op het gebied van de monumentenzorg, en wel deskundigheid op het gebied van cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratie, landschap en stedenbouw. De advisering is transparant en de adviezen worden gemotiveerd. Dit alles vast te leggen in het Reglement op de Adviescommissie. De gemeente kan desgewenst ook andere taken geven aan deze commissie (advisering omgevingsplan c.q. herinrichtingsplannen, complexe plannen). Dergelijke adviezen kunnen echter ook gevraagd worden aan andere instanties.
Omgevingsvergunningplichtige activiteiten en Beoordelingsregels
Het voorgenomen Besluit Kwaliteit Leefomgeving stelt specifieke beoordelingsregels. Wanneer mag of moet de gemeente de vergunning verlenen of weigeren. Een bouwplan kan verschillende vergunningplichtige activiteiten omvatten en worden dan ook getoetst op meerdere sets van beoordelingsregels. Een rijksmonument wordt bijvoorbeeld getoetst aan de beoordelingsregels voor monumenten en mocht het plan een afwijking betekenen van het omgevingsplan dan wordt ook getoetst aan de beoordelingsregels voor afwijken. Alle beoordelingen moeten op iedere punt positief zijn.
Participatie en Communicatie
Idee is dat wanneer vroeg in het proces goed wordt samengewerkt er betere plannen komen er meer draagvlak zal zijn met als gevolg ook minder vertraging. Hoe je participatie regelt is ook maatwerk. De wet legt de wijze van communiceren niet vast, maar de gemeente zal wel moeten aangegeven hoe zal worden gecommuniceerd. Ook geeft het bevoegd gezag aan hoe bij het omgevingsplan, de omgevingsvisie en het programma bestuursorganen met de inbreng van burgers en bedrijven is omgegaan.
Voorbeelden spelregels participatie en communicatie gemeente Delft:
170314 DPA_Praatplaat_Concept_
Digitalisering
ICT zal het bereiken van de burger en vice versa eenvoudiger maken. Digitalisering is echter een ingewikkelde operatie. Dit omdat er meerdere informatiehuizen komen. De Laan van de Leefomgeving heet dit systeem en het Informatiehuis Cultureel Erfgoed is er één van.
Bronnen
Uit de Commissievergadering I&M van 1 juni 2015
Reactie minister op amendementen 17 juni 2015
Toezeggingen minister debat 29 juni 2015
Samenvatting op Omgevingsweb
Alle overige info Omgevingswet
In januari 2014 heeft dhr. Tonnaer van de Open Universiteit een white paper uitgebracht waarin hij uiteenzet hoe het omgevingsrecht gaat veranderen na de invoering van de omgevingswet: Op weg naar de nieuwe Omgevingswet